-- METROPOLISM.COM, 06.07.2013 -- On Fresh Soil Onder het directoraat van oud-directeur Tim Voss is er een asfaltvloer bovenop de renovatievloer van W139 gelegd. Deze vloer is jaren later de basis waarop de tentoonstelling On Fresh Soil, van maar liefst vier curators, is gefundeerd. Van dat fundament is niet veel meer over. Het was een open call waarin de verschillende ideeën van de curators hun oorsprong vonden. Men had onafhankelijk van elkaar de wens om iets met, en/of in, de ruimte te doen. Geen van de beeldbouwkundige plannen bleek groot genoeg om zelfstandig te functioneren. Niets was allesomvattend. Ze besloten de handen ineen te steken. On Fresh Soil is het resultaat van een open studio die verwijst naar W139 oude stijl; een soort veresthetiseerde krakersmentaliteit. Of zoals kunstenaar/curator Kaleb de Groot zegt,'een geïnstitutionaliseerd object waar je niet perse tegenin hoeft te gaan. Dat hebben wij wel gedaan. Na zes weken open studio, in een voor ons dampende put waarin om de zoveel dagen wel iemand ziek werd van de teerlucht en de agressie die nodig was om die vloer eruit te breken, viel er wel iets te vieren. De buren, ooit vrijgevochten krakers, klaagden over de harde muziek.' On Fresh Soil als metafoor voor een onzekere toestand, de culturele basis van W139 die constant onder druk staat. Asfalt dat in hergebruik als grondstof dient in een ruimte in flux. De sculpturen zijn onderdeel van een traject. Sommige vinden na de tentoonstelling elders een plek. Bijvoorbeeld in de Service Garage, kunstenaarsuimte Diepenheim of de eindexamententoonstelling van de Rietveld Academie. Alsof de ruimte weer andere ruimtes nodig heeft om voor te bestaan. On Fresh Soil is een tentoonstelling binnen een historische context. Het is, zo lijkt het, voor deze beeldhouwers belangrijk dat de werken hun ideële functies verliezen als ze buiten een specifieke context getoond worden. Dat is artistiek gezien een moedig streven. Als je de tentoonstelling bekijkt zou je zeggen dat het meteen raak was, dat alles al op z'n plek stond voordat het op z'n plek viel. De waarheid is dat je de realiteit, het veld waarbinnen de werken staan of kortweg: de metaconstructie, achterwege moet laten tijdens het kijken. Rest er een krachtige show. De werken die blijven staan zijn: Obstructiesculptuur van Andreas R Andersson: Voor je de ruimte binnenkomt moet je over een verhoging die tevens doorgang is. Zijn eerste idee was om de toegangsruimte in z'n geheel dicht te gooien met asfalt. Een beetje te expliciet, wat mij betreft. Nu heeft hij een gat in zijn idee gemaakt, waardoor de rest van de show te bezoeken valt. Legpuzzel van Benjamin Roth: Onder een tafel van asfalt ligt een in stukjes gezaagde vloer, opgedeeld in gelijkzijdige driehoeken. Sommige vastgeplakt, anderen niet. Het venijn zit hierin; de zaagsneden lopen door in de ondergrond. Alsof de zaagmachine bewust niet op de juiste hoogte was afgesteld. Wandwerk van Kaleb de Groot: Op de lange wand is een gekantelde vloer aangebracht. Hij heeft een beeld op de muur. Meer valt er niet over te zeggen. Teksthut van Jabu Arnell: Hij heeft platen uit de vloer omgetoverd tot tekstborden die tezamen een hut vormen. De teksten zijn niet direct te vertalen, maar lijken het resultaat van een woordspel. Ik ben niet onder indruk van de teksten an sich. De hut werkt daarentegen wel. Die is lelijk- niet uitnodigend. Toch staat het beeld als een huis. Fresh Soil W139, Amsterdam Curators: Susan Kooi, Zoro Feigl, Sajoscha Talirz en Kaleb de Groot. Met de kunstenaars: Andreas R Andersson, Jabu Arnell, André Avelãs, Elke Baggen, Dovil? Bernadiši?t?, Kaleb de Groot, Benjamin Roth, Anami Schrijvers, Daniel Caleb Thomson en Merce Wouthuysen. 29 juni t/m 14 Juli. Michael Tedja is schilder, schrijver en curator |
-- TUBELIGHT #87, 07, 08.2013 -- Omgeploegd ON FRESH SOIL with Andreas R Andersson, Jabu Arnell, André Avelãs, Elke Baggen, Dovilė Bernadišiūtė, Kaleb de Groot, Benjamin Roth, Anami Schrijvers, Daniel Caleb Thomson, Merce Wouthuysen t/m 27 juni W139, Warmoestraat 139, Amsterdam www.w139.nl Miriam van Ommeren Pindakaas, zonnebloempitten, een gapend gat. De vloer lijkt het minst interessante deel van een tentoonstellingsruimte, slechts bedoeld om overheen te lopen of om kunstwerken te dragen, maar sommige kunstenaars draaien het om en maken juist de vloer tot het centerpiece van hun werk. Wim T. Schippers bedacht in 1962 zijn beroemde pindakaasvloer, die hij daarna slechts tweemaal tentoonstelde. Schippers' kleverige vloer, gevat in een lijst, deed bezoekers uitglijden of zorgde er juist voor dat ze aan de vloer bleven vastplakken. Men klaagde over de verstikkende lucht die er van af kwam, en in het Centraal Museum (1997) gooiden scholieren pakken hagelslag leeg over de vloer. het deerde Schippers allemaal niet: zijn vloer symboliseerde immers de onzinnigheid van het leven. Zinloos, maar daarom nog wel de moeite waard, zoals een jaarvoorraad broodbeleg op de grond. Museum Boijmans van Beuningen kocht het werk in 2011 aan. De Colombiaanse kunstenaar Doris Salcedo (1958) pakte het in 2007 een stuk rigoureuzer, en ook symbolischer, aan. In Tate Modern creërde jiz, als onderdeel van de Unilever Series, de installatie Shibboleth: een gigantische scheur over de gehele lengte van de turbinehal, veroorzaakt door stalen constructies die druk uitoefenden op de muren. Tijdens de zes maanden dat het werk getoond werd, werd de scheur langzaam groter; volgens Salcedo een metafoor voor de scheuren in de westerse samenleving (en die van haar voormalige koloniën), veroorzaakt door racisme en sociale ongelijkheid. Shibboleth was bedoeld om scheidingen in de samenleving te markeren: met een steeds groter wordende scheur en nadien een blijvend litteken. Drie jaar na Salcedo nam Ai WeiWei (1957) de vloer van Tate Modern op zíjn manier in beslag: met behulp van miljoenen porseleinen zonnebloempitten, met de hand gemaakt en beschilderd, allemaal uniek. Het duizelingwekkende resultaat van deze krankzinnige handenarbeid was een kritiek op China's ambachtelijke porseleintraditie versus de Made in China-industrie Wat al de 'vloerwerken' - hoe verschillend van aard ook - gemeen hebben, is dat zij de aandacht wegnemem van datgene waar wij ons juist op focussen in een tentoonstellingsruimte: de muren of panelen waaraan de werken hangen, de sokkels waarop de sculpture staan. De blik wordt naar beneden gedwongen, het hoofd móet buigen, en de inferieure ondergrond wordt een superieur kunstwerk. Nonchalant slenteren door een galerie wordt een stuk moeilijker als hetgeen waaróp je slentert hetzelfde is als hetgeen waar je geacht wordt naar te kijken en over na te denken; met of zonder pindakaas of porselein onder je schoenzolen. Twee jaar geleden werd de originele betonnen vloer van W139 van muur tot muur met een laag asfalt bedekt; een werk van het Duitse kunstenaarscollectief Jochen Schmith dat de titel It's only Rock 'n Roll but We Like It droeg. Het asfalt, bij uitstek geschikt voor de openbare ruimte, gaf W139 een duidelijke stempel van ruimte voor productie en publiek: deze vloer was nadrukkelijk niet bedoeld om van een afstandje naar te kijken; hier mocht gewerkt, gelopen en geschoven worden. In de twee jaar die volgden, begon het de gebruikssporen te vertonen die je bij een galerievloer zou verwacthen. Op 10 mei j.l. werd, met gemotoriseerde performances, de eerste stap genomen in het openbreken van de vloer. Tijdens On Fresh Soil gaat een groep van elf kunstenaars met de vloer aan de slag, tot er niets meer van het asfalt over is. Het wordt gebruikt als materiaal voor een reeks van verschillende werken en performances, vrij toegankelijk. Op donderdagavond is er soep en, heel toepasselijk, een roadmovie. De 'open studio' die W139 nu is, is er één zonder naambordje bij de bel, want eenmaal binnen is het onduidelijk wie wat doet, en waarom. In verschillende hoeken van de galerie wordt creatif en uiteenlopend met het asfalt gewerkt: bij binnenkomst golft een rechte strook sierlijk omhoog, also het een deel van een halfpipe betreft, maar in het midden is de vloer juist weer grof opengereten. Fascinerend is de video van een gigantische kwast die vloer en muur beschildert, aangestuurd door een kleine kraan. De kwast in kwestie leunt nonchalant tegen de muur, wachtend op de volgende performance. Achterin de galerie staat een tractor met een ouderwetse ploegschaar, klaar om nog meer verlossing te brengen. De brokstukken stapelen zich, al dan niet letterlijk, op en zullen uiteindelijk het pand verlaten, op weg naar een niuewe bestemming en toepassing. Waarheen, dat is niet duidelijk. Navraag bij een medewerker van W139 over de toedracht van de werken en de eindbestemming van het materiaal levert niets op: wij willen geen nadruk leggen op de individuele kunstenaars, is het antwoord; het gaat allen om het materiaal. On Fresh Soil herbergt geen zware socio-politieke kritiek, maar is zeker ook niet onzinnig te noemen. De 'open studio' is bedoeld om begrenzingen letterlijk te doorbreken en herwonnen vrijheid te vieren. Na twee jaar verstikking wordt de vloer van W139 bevrijd in de hoop nieuwe vruchtbaarheid te brengen, als een stuk grond dat na strenge vorst wordt omgeploegd. |
André Avelãs Didn’t manage to get this posted in time for anyone near London to be able to get to the show unfortunately (my apologies) but André Avelãs’s exhibition in the IBID Projects space in East London was a good example of the sculpture as musical instrument approach to sound art. The small gallery space was filled with a low level whine that sounded as if the air conditioning had gone dangerously awry, the atmosphere having something toxic about it, making the room foggy in the same way a fire alarm can cause a blinkered panic or loss of peripheral vision. The cause of the whine was a number of large balloons deflating slowly throughout the day, their leaking nozzles hooked up to small whistles and a Hohner Melodica. The result being a constant feeling of, well, anxious deflation – the composition a prolonged entropic sighing glissando, though the sight of the giant balloons with “HIGHLY FLAMMABLE” hand stencilled onto their surface offset the droning with a cartoon quality. With work like this I always wish to see them in some form of a performance. Why create these interestingly odd sculpture/instrument hybrids, then let them idle away their time in the relatively sober environs of a contemporary art gallery? Though, a show he was in as part of last Summer’s Tuned City festival in Berlin looked interesting, much more active and dirty. Nathan Budzinski |
Ein Leben in Fluxus In der Ausstellung <<Word Event>> fehlen der Kunst die Worte nicht In der Kunsthalle Basel zelebrieren ab heute Kunstwerke den Fluxus: Die Gruppenausstellung <<Word Event>> erweckt den Geist der K�nstlerbewegung der 60er- und 70er- Jahre mittels wortgewandter Arbeiten. Mal ganz was anderes: eine Austellung in Prophezeiungen vorabschreiten. M�glich macht das ein Werk des Londoners Paul Elliman am Eingang des Oberlichtsaala der Kunsthalle: Sein <<Maciunas Ouiji board>> ist ein S�ancetisch, auf dem die f�r den K�nstler typischen Buchstaben aus Objektumrissen verteilt sind, umgeben von einem <<No>> und einem <<Yes>>. Gelegenheit, schon eingangs durch Gl�serr�cken einige Fragen zu <<Word Event>>, einer Gruppenaustellung mit gut zwanzig K�nstlern verschiedener Herkunft, zu kl�ren. Erste, auf der Hand liegende Frage: Was ist ein <<Word Event>>? Dazu ruft man am besten den Geist des 1992 verstorbenen Musikers John Cage an, die erste Jenseitsadresse f�r diesbez�gliche Infos. Einer seiner Vort�ge in New York, deren Lernmaxime in einer K�rzestfassung war, aus wenig viel zu machen, resultierte in einem Projekt seines Sch�lers George Brecht: Der New Yorker K�nstler schrieb 1961 simpelste Regieanweisungen f�r Aktionen auf Karten, zum Beispiel <<Word Event, Exit>>. <<Was ein Word Event ist, bleibt aber v�llig offen>>, erg�nzt Maxine Kopsa, die die Schau zusammen mit Roos Gortzak kuratiert. Vielleicht k�nnte man als Mindestvoraussetzung definieren, dass etwas mit Sprache passiert? ZEITGEM�SSE ADAPTION. Sue Tompkins etwa nimmt Brechts Idee auf und stezt winzige, maschinengeschriebene Wortereignisse auf grossformatigem Zeitungspapier aus. Durch die Verwendung von billigen Material reiht sie sich gleichzeitig ein in einen gr�sseren Kontext: Sowohl Brecht als auch George Maciunas, der Namensgeber des Gl�serr�cktischchens, geh�rten zur Fluxus-Bewegung, jener definitionsscheuen Gruppe von K�nstlern, die in den 60er- und 70er-Jahren die Kunst nicht vom Leben - zum Beispiel durch Integrieren von Allt�glichem - und die einzelnen Kunstgattungen nicht voneinander trennen wollte, etwa wenn bildende K�nstler auch in die Musik hin�berwilderten. Eine zeitgem�sse Adaption des Eingangs des buchst�blich harten Lebens in die Kunst ist das Werk von Walead Beshty aus London: Er hat per Fedex Glask�rper von Los Angeles nach Basel schicken lassen, so sein Werk aus der Hand gegeben und vom Leben zeichnen lassen. Ein Schicksal, das durch die globale Zirkulation auch andere Kunstwerke viel unbeabsichtigter ereilen kann. Bislang sind alle drei ausgestellten Werke aber doch recht disparat. Also zur zweiten Frage ans Medium: Wie l�sst sich der rote Faden durch die Schau in Worte fassen? Da z�gert selbst die in der Mini-S�ance angefragte Zukunft und weicht schliesslich aus, denn ein titelgebender <<Word Event>> mit seiner definitorischen Offenheit ist ein Werk noch schnell einmal: Statt einer streng durchgehaltenen Linie gibt die Schau eher Pole vor, zwischen denen sich dann eine ganze Welt an Positionen t�mmelt. Ellimans Tischchen. ganz Prophet, gibt daf�r mit seinen ungleichf�rmigen Buchstaben zwischen den Extremen <<Yes>> und <<No>> ein sch�nes Bild vor. Und der Besucher wird, gerade wie das ger�ckte Glas, von Werk zu Werk getragen, bis er sich seine eigene Antwort auf die eingangs gestellte Frage erlaufen hat. STILLE UNS L�RM. Bei einer Arbeit der Argentinierin Amalia Pica etwa sind die Gegens�tze noch vereint: Die Projektion von Dias eines Megafons auf die Saalecke l�sst Stille und Lautst�rke verschmelze und bringt, wenn auch kleine h�rbaren Worte, so doch die W�rtlichkeit - die Arbeit heisst <<Speaker's Corner>> - ins Spiel. Die Werke das bekannten Detroiter Künstlers James Lee Byars un von André Avelãs aus Amsterdam hingegen teilen die Extreme untereinander auf: Byars' <<The Golden Hole for Speech (A Perfect Whisper)>> von 1981 ist eine riesige Glasplatte mit winzigem Loch, mit der man sich verschiedene <<Word Events>> vorstellen kann, aber eben leise oder gar stumme. Avel�s hingegen hat eigen furchterregenden Verst�rkerturm aufgebaut, vor dem er in Performances mit Plattenspielern deformierte oder neu zusammengeschusterte Tontr�ger abspielt, sie fast mit Guant�namo-Methoden zum Sprechen und Klingen bringt. Kopsa fasst die Anspr�che der Schau anhand eines Werks von Falke Pisano aus Amsterdam zusammen: <<Wir zeigen hier <A sculpture turning into a conversation>, eine Doppelvideoprojektion, in der fast alchemistisch der �bergang zwischen einer Skulptur und einem Dialog herbeigef�hrt wird. Was wir parallel erreichen wollen, ist <An exhibition turning into a conversation>. Wenn wir es also mit Sprache gewordener Kunst zu tun haben, gleich die dritte Frage: Was kann der Besucher aus dem Dialog der verschiedenen Positionen lernen? vor allem eins: Sprache spielt in der aktuellen Kunst wieder vermehrt eine Rolle, und nicht nur als wohldurchdachter Werktitel, sondern immanent im Werk, wenn auch manchmal nur als Schweigen. Daf�r ist sicherlich auch die aktuelle Vogue eines altgedienten SprachKonzeptk�nstlers wie Lawrence Weiner ein Indikator. Die Kuratorinnen nennen das einen kunsteigenen <<linguistic turn>>, nach dem philosophischen Paradigmenwechsel des letzten Jahrhunderts, wonach die Grenzen unserer Welt innerhalb unserer Sprache liegen. Auch die ausgestellten Werke bewegen sich innerhalb linguistischer Mechanismen, reizen diese aber in verschiedene Richtungen aus. W�RTLICHE KUNST. Das unterscheidet die Positionen von ihren Fluxus-Vorg�ngern, denen Ausfl�ge in die Musik oder ins Happening n�her lagen. War f�r jene Kunst und Leben nicht zu trennen, geh�ren f�r die hier ausgestellten K�nstler Kunst und Sprache zusammen. Vielleicht ist die vermeintliche Zukunftsmusik, die aus Ellimans S�ancetischchen ert�nt, kein Bluff und wird die Kunst zum <<Word Event>>, sprechen K�nstler statt bildlich bald vorwiegend w�rtlich? Mit der Bilddom�ne Malerei, die in dieser Austellung wohl wegen ihrer prinzipiellen Verweigerung von Wortsprache nicht vertreten ist, kann es die linguistische Kunst allemal aufnehmen, zumal Erstere ja immer wieder von Nahtoderfahrungen zur�ckkehrt. Abschliessende Frage ans Fluxus-Medium: Lohnt sich
ein Besuch der Ausstellung? Das Glas steuert ohne Umschweife zu
<<Yes>>. Dann wollen wir mal. by Daniel Morgenthaler
|
------------- top
-- HET PAROOL, 05.09.2005 --
Te mooi week voor kunst Galerieweekend in zonnige stad trekt minder publiek dan normaal by Daphne Lentjes (...) "Dit is pas de tweeder keer dat ik hem ergens opbouw. Hij is niet echt makkelijk verplaatsbaar", geeft de Portugees toe. "Maar nu hij hier toch staat, wil ik iedereen graag uitnodigen om er geluid uit te komen persen. Ik sta er wel bij, maar dat is alleen maar om ervoor te sorgen dat geen naalden afbreken of zo." Geinteresseerden kunnen nog terecht tot 8 oktober.
in Het Parool, 05-09-05 --> scanned article 01
|
------------- top